“Wij nodigen bewoners altijd uit om mee te doen aan activiteiten. Als een bewoner aangeeft geen zin te hebben om mee te gaan dan respecteren wij dat”, zegt een verzorgende. Als ik later met de familie van de bewoners spreek, geven zij aan dat ze het maar niks vinden dat hun naaste zoveel alleen op de eigen kamer zit. Wat de familie betreft mogen hun naasten best wat meer geprikkeld en uitgedaagd worden.

Als onderdeel van Waardigheid en trots zijn een aantal organisaties aan de slag gegaan met een pilottraject rondom het thema ‘Samenwerken in de driehoek’. De pilot liep van augustus 2017 tot januari 2018. Aan de pilot heeft deelgenomen de betrokkenen (medewerkers, familie en ouderen) van twee afdelingen van Zorggroep Groningen en van een nieuwe huiskamer van Westerholm Zorgcentrum in Haren. Deze pilot is door mij (Marc Bouwmeester) en Eline Roelofsen begeleid.

Vanuit de pilot hebben we gemerkt hoe verschillend familie en verzorgenden naar een bewoner kunnen kijken. In dit geval willen de verzorgenden vooral de mening van de bewoners respecteren. De familie vindt dat hun naasten meer geactiveerd en geprikkeld mogen worden. Uiteraard worden dit soort zaken besproken op het MDO (2x per jaar), maar het blijkt dat dit onderwerp tussen de MDO’s door eigenlijk onvoldoende aan de orde komt. Het lukt familie en verzorging niet goed hierover met elkaar in gesprek te komen.

“Kijk eens door de ogen van de ander”

De kern van de pilot is dat verzorgenden, familie en netwerk zich verplaatsen in elkaars positie en in die van de bewoner. Dit vond plaats in dialoogbijeenkomsten. Bij deze bijeenkomsten werden alle betrokkenen van één team uitgenodigd (bewoners, familie, medewerkers en andere betrokkenen). Tijdens de dialoogbijeenkomst werd gebruik gemaakt van de werkvorm ‘meervoudig kijken’, die is ontleend aan het project Handicap Experience. In dit project hebben vijf organisaties uit de verstandelijke gehandicaptenzorg het thema van de samenwerking in de driehoek verder verdiept.

In deze werkvorm kijken de deelnemers vanuit de drie belangrijkste posities in de zorg: bewoner, familie en medewerker. Via deze werkwijze ervaren de deelnemers hoe betrokkenen naar een situatie kijken. Daardoor krijgt men zicht op elkaars standpunten en verwachtingen ten aanzien van de situatie en de samenwerking

Driehoek.png

Driehoek in balans

Met een gelijkzijdige driehoek wordt een ideale situatie aangegeven, waarin alle hoeken een volwaardige inbreng hebben en de driehoek in balans is. Uiteraard is de realiteit meestal anders. De driehoek bewoner, familie en verzorgende is meestal niet gelijkzijdig. Bij de start van de driehoek is de medewerker veelal de buitenstaander, nieuw in het systeem. Medewerkers komen een driehoek binnen, waarin twee hoeken al een heel leven samen hebben gedeeld. De medewerkers moeten de plek in de driehoek verdienen. Idealiter wordt het aandeel van de medewerker in de loop van de tijd belangrijker en komt er meer ruimte tussen de basis en de top. De oudere wordt minder afhankelijk van de familie.

Door een solide samenwerking tussen familie en verzorgenden, wordt de bewoner gedragen door de professionaliteit van de zorg en de loyaliteit van de familie.

Het Tuinhuys project

In het kader van de pilot Samenwerken in de driehoek heeft bij Westerholm een dialoog-bijeenkomst plaats gevonden. Op deze avond hebben medewerkers en familieleden elkaar ontmoet in het kader van de vorming van een nieuwe huiskamer, het Tuinhuys. Het Tuinhuys biedt mensen hulp bij het geven van een zinvolle invulling van de dag. Familieleden en medewerkers hebben in de driehoek gestaan en ervaren hoe het is om vanuit een andere positie te kijken naar de behoeften en gedachten van de ander. Een korte samenvatting van de avond:

“We hebben verbinding kunnen leggen van medewerkers naar mantelzorgers en van mantelzorgers naar medewerkers. Er is naar elkaar toe uitgesproken wat belangrijke waarden en kernpunten zijn. Er is een gevoel van vrijheid ontstaan om elkaar vragen te stellen. De medewerker die een familielid durft te vragen hoe het dan vroeger eigenlijk ging. Een mantelzorger die vraagt hoe het beste om te gaan met de vergeetachtigheid van vader of moeder. De medewerker die ook eens vraagt aan de mantelzorger hoe het met hem of haar gaat.”
Bron: Nieuwsbrief Westerholm Zorgcentrum 28 december 2017.

10 tips om de samenwerking in de driehoek te bevorderen:

  1. Ieder kan zijn eigen grenzen aangeven. Uit gesprekken en bijeenkomsten kwam naar voren dat zowel de familie als de verzorgenden het idee hebben dat de ander ‘overbelast’ is. Men durft elkaar niet meer te belasten, terwijl beiden prijs stellen op meer contact.
  2. Versterk het informele contact. Door een aantal gezamenlijke formele contactmomenten te organiseren, wordt het informele contact makkelijker. Op die manier kunnen de familie en medewerkers ook in de dagelijkse praktijk makkelijker samen optrekken.
  3. Neem als verzorgende het initiatief voor het contact met de familie. De familie is in het begin meer gericht op hun naaste dan op de verzorgenden. Neem als verzorgende steeds weer het initiatief om contact te maken met de familie, zodat de familie zich uitgenodigd voelt zelf ook het contact te zoeken.
  4. Stimuleer het contact van familie met andere bewoners. Het is voor familie een geruststellend idee als andere familieleden ook contact hebben met hun naasten als ze zelf niet aanwezig zijn.
  5. Stimuleer het contact tussen familieleden onderling. Familie kan veel steun aan elkaar hebben.
  6. Zorg dat de familie iets te doen heeft. Uit de pilot komt naar voren dat familie liever komt als ze iets te doen hebben dan “te hangen in de huiskamer”. Laat ze koffie zetten of de vaatwasser uitruimen. In het begin is er misschien schroom bij de familie omdat de familie er vanuit gaat dat de keuken het domein is van de zorg.
  7. Informeer naar het welzijn van de familie. Familie geeft aan het belangrijk te vinden om hun verhaal kwijt te kunnen. Dat er vanaf het begin iemand voor de familie is. Er zijn organisaties waar een maatschappelijk werker daarover met familie een gesprekken voert.
  8. Blijf met de familie overleggen over de bewoner. De familie kent de gewoonten van de bewoner het beste. De verzorgenden kunnen vanuit hun professionaliteit meer informatie geven over bijvoorbeeld dementie. Samen komen tot de beste benadering door gebruik te maken van elkaars expertise.
  9. De familie ondersteunen als je merkt dat ze het lastig vinden op een goede manier met hun naasten om te gaan. Als verzorgenden kun je hierin het goede voorbeeld geven en op een gepast moment dit met de familie bespreekbaar maken.
  10. Zorg dat verzorgenden zich gezien en gehoord voelen. Zorg voor een omgeving waarin verzorgenden zichzelf kunnen zijn, waar ze open en respectvol met elkaar omgaan en waar ze terecht kunnen met vragen. Leidinggevenden hebben hierin een belangrijke faciliterende functie.

Tot slot

In de pilot hebben we gezien dat ‘Door het kijken door de ogen van de ander’ in korte tijd veel bewustwording ontstaat bij familieleden en medewerkers over mogelijkheden om de samenwerking te versterken. Het vraagt een lange adem om het in de praktijk handen en voeten te geven. Het is van belang dat er voortdurend contactmogelijkheden zijn tussen familie en medewerkers en dat de ideeën die ontstaan uit het contact tussen familie en medewerkers goed gefaciliteerd worden in de uitvoering.

Door deze pilot hopen wij een verdere impuls te geven aan de samenwerking in de driehoek. Eline en ik geloven in deze aanpak en wij zijn zeer gemotiveerd om onze werkzaamheden op dit vlak voort te zetten, door het faciliteren van bijeenkomsten om organisaties en teams te ondersteunen bij het handen en voeten geven aan een nauwere samenwerking in de driehoek.

Gebruik deze link voor het downloaden voor de publicatie Samenwerken in de driehoek.


Gesprek laden